Het Korenburgerveen, en het ermee verbonden Meddosche Veen, Corlese Veen en Vragenderveen, vormen een hoogveencomplex dat aangeduid wordt als "komveen".[2] Zo'n 13.000 jaar geleden, in het Saalien - de voorlaatste ijstijd, is met het terugtrekken van het landijs, in het gebied ten noordwesten van het tegenwoordige Winterswijk, een kom ontstaan. In die kom is het water blijven staan en kon zich hoogveen ontwikkelen. Sphagnum is een eenpolige plant die alleen aan de bovenkant groeit en aan de onderkant afsterft. Het afgestorven materiaal hoopt zich op en vormt op den duur hoogveen. De opbouw van veen is een traag proces, het afgestorven materiaal hoopt zich op en vormt zo een laag veen die per jaar zo'n 2 tot 3 millimeter aangroeit. Het is een arm oligotroof gebied. Al in de Romeinse tijd was bekend dat veen in gedroogde vorm een goede brandstof was. In de middeleeuwen begon elke boer die daartoe het recht had een stuk veen af te venen, vooral voor eigen gebruik. Later zou het gebied tot onder de grondwaterspiegel worden uitgeveend waardoor grote putten ontstonden die vol water liepen. Sinds de tweede helft van de 20e eeuw is het Vragenderveen een beschermd natuurgebied.